Juli 2009

2009-Juli


DSC_0087.jpg DSC_0107.jpg DSC_0132.jpg DSC_0136.jpg DSC_0139.jpg DSC_0144.jpg DSC_0164.jpg DSC_0170.jpg IMG_9395.jpg IMG_9482.jpg IMG_9489.jpg IMG_9508.jpg IMG_9549.jpg IMG_9555.jpg IMG_9557.jpg IMG_9558.jpg IMG_9565.jpg IMG_9568.jpg IMG_9573.jpg IMG_9580.jpg IMG_9589.jpg IMG_9596.jpg P1020322.jpg new format.jpg
Een tijd van praten, organiseren, veel tochten maken en werken aan het bivak. Zomer 2009 viel wat anders uit dan eerst gehoopt voor ons maar het was wel een inspirerende tijd. Een verslag door Jacco Stuitje.

Woensdagochtend 29 juli - 11.00 uur.
Op het colletje boven de Pra de Dieu neem ik afscheid van Arjen, Wim, Ger en zijn zoon Jarre. Hun tijd in Bionaz zit erop. Arjen moet nodig terug naar zijn eigen verbouwing in Nederland en Ger en Jarre hebben na hun bijdrage aan ons bivak nog een paar weken vakantie te gaan, maar gaan eerst terug naar huis. Wim blijft nog een tijdje dus die tref ik morgen in het dal weer aan.

We hebben een intensieve tijd gehad. Aangekomen in Bionaz moesten er eerst helaas nog wat bureaucratische hobbels worden genomen. Ook nu werd duidelijk hoe en door wie de hut gebouwd gaat worden. Het is uiteindelijk aannemer/berggids Fabrizio Denchasaz die de opdracht tot het bouwen van de hut in de wacht heeft gesleept. De gehele houtconstructie zal in Aosta op maat worden gemaakt door de firma Chenevier, een bedrijf met veel ervaring in het bouwen van berghutten. Dat is voor ons allemaal goed nieuws, maar jammer genoeg werd er dus de eerste week nog niet daadwerkelijk begonnen met de bouw. Veel bergtochten maken dus, en dat is in het Valpelline gelukkig geen straf.

Ik kwam wat later aan in de week maar heb wel het goede weer meegebracht. Ik val bij aankomst met mijn neus in de boter; voorafgaand aan een bespreking met Luka Frutaz van de firma Chenevier krijgen we bericht dat de routeborden klaar liggen in Aosta. Zoals op de foto’s te zien is krijgen we 5 prachtige borden mee die de belangrijkste punten op het pad naar de hut zullen markeren. Deze borden zijn gesponsord door de USAC. Hopelijk kunnen ze later door de vrijwilligers van de USAC geplaatst gaan worden, maar voorlopig is het voor ons heel prettig om eindelijk iets tastbaars in handen te hebben; Bivacco Chentre-Bionaz: die kant op!

Op bezoek bij Chenevier maken we een afspraak om maandag met iedereen om de tafel te gaan zitten: aannemer, constructeur en architect Franchesco Pascuzzi. Ondertussen kunnen we nog even de plek gaan inspecteren dit weekend, werken aan het pad waar de ‘brug’over de rivier wat onderhoud behoeft en naar een ander bivak toe ter training ende vermaak. Bivacco Savoie ligt ook prachtig maar we zijn het erover eens dat Bivacco Chentre-Bionaz mooier wordt.

Op maandag worden de laatste details en wensen doorgesproken in een hartelijke en welwillende sfeer. Het is goed om te merken dat jaren van bellen, praten en schrijven en heel veel bezoeken veel krediet hebben opgeleverd en er zijn (hoe kan het ook anders in Italië) ook verrassingen: ‘ons’ dak wordt gemaakt van koper (kom er maar eens om in Nederland) en er wordt een batterij zonnecellen op geplaatst want men wil een lichtvoorziening in de hut. De laatste details worden tot ieders tevredenheid opgelost en we realiseren ons steeds sterker: het gaat nu echt gebeuren.
Met aannemer Fabrizio wordt afgesproken dat we dinsdag omhoog gaan om te werken aan het uitgraven van de fundering. Hij gaat dan proberen om ook een dezer dagen omhoog te komen.

Dinsdagochtend vroeg worden de tenten dus ingepakt en een hoop eten, gereedschappen en andere benodigdheden in grote rugzakken gepropt. Op weg naar het begin van het pad nog even langs de ‘Mairie’ om een pot gele verf mee nemen. Tot ons groot genoegen treffen we een van onze sponsoren op de fiets voor het gemeentehuis. Ben is vanuit Zwitserland de Fenetre Durand over gefietst om te kijken hoe het met het bivak gaat. Hij heeft de gewoonte zijn werk in eenzaamheid in bivacco’s te schrijven, en heeft derhalve een meer dan gemiddelde belangstelling voor ons initiatief!

We maken op 2400 meter hoogte ons kamp, om daarna omhoog te gaan naar de plek van ons bivak. Helaas ligt er minder zwaar gereedschap dan we hadden gehoopt maar we redden ons wel. De maat van het fundament is uitgezet, dus we kunnen aan de slag. Met pikhouweel en schop graven we de sleuven dieper en breder uit en we verwijderen met veel mankracht zware stenen. Het is prachtig weer en we schieten hard op. Ik ben blij dat we na al die jaren echt wat fysieks kunnen bijdragen. ‘Ons’ bivak wordt uiteraard door de Italianen gebouwd maar waar we ons steentje kunnen bijdragen willen we dat graag doen. We schieten zo hard op dat we aan het eind van de dag niet verder kunnen: Fabrizio moet gaan aangeven hoe hij de bekisting wil gaan bouwen. We krijgen hem echter niet aan de telefoon, dus besluit de meerderheid terug te gaan naar het tentenkamp en na telefonisch contact met Fabrizio de volgende ochtend, zelfs naar huis. Hij had helaas geen kans gezien naar boven te komen. We krijgen woensdagochtend toch nog bezoek: van een zeer enthousiaste Belgische meneer die besloot om toch even te checken wat die maffe Nederlanders hierboven aan het uitspoken zijn. Tot onze verrassing heeft hij Ger meegenomen die eerst niet naar de Praz de Dieu dacht te kunnen komen. Hij kon het dus wél, en ook hij is het er over eens hoe uniek deze plek en de wandeling er naar toe is.

Ik blijf nu echter alleen achter en ga omhoog naar de Col- en Mont Dzalou. Er ligt gelukkig nog veel sneeuw die ik als snelweg kan gebruiken. Ik realiseer me wel dat dit een pittige klim wordt zodra de sneeuw weg is als ik de laatste honderd meter door een enorme puinbak omhoog moet. Deze col zou een mooie doorsteek naar de route 13 van Rifugio Reboulaz naar Rifugio Prarayer zijn, maar dan moeten wij of wellicht de ‘Guides de Valpelline’ na realisering van het bivak wel een wat beter pad gaan maken. Ooit, denk ik dan. Op de col klim ik nog een eind naar beneden om de doorsteek te controleren. Hoewel nog wel iets steiler, lijkt dat allemaal wat vaster te zijn, dus ik heb goede hoop. Ik beklim terug op de col de Mont Dzalou, een topje op 3000 meter. Het wordt nergens moeilijk, her en der wat 2e-graads klauterpassages dus ik verheug me op de tijd dat ik deze huisberg van de hut kan gaan doen met mijn vrouw en dochters. Op de top staat een mooi oud houten kruis, en ik word beloond met een prachtig uitzicht op alles wat het Valpelline te bieden heeft; zicht op de Matterhorn is onder andere mijn beloning.

Op de afdaling laten de zolen van mijn bergschoenen los, dus de donderdagmiddag wordt door Wim en mij hard gezocht naar de enige schoenmaker (‘calzolaio’) in Aosta. We vinden hem achteraf in de Via Porta Pretoria en het blijkt gelukkig een hele goede te zijn. Kon ook niet anders; Italië is een land van (berg-)schoenen.

Vrijdagochtend hebben we weer contact met Fabrizio. In mijn gebrekkige Frans begrijp ik dat de planning omgegooid wordt en hij vandaag niet aan de bekisting gaat werken dus groot is onze verbazing als we even later de helikopter over zien komen waar Fabrizio met veel gereedschap instapt. De heli gaat een paar keer heen en weer met hout en water. We mogen op zich mee van de piloot, maar moeten wel 100 euro de man op tafel leggen, het is een namelijk een privébedrijf. We denken dat onze penningmeester dat bedrag niet gaat waarderen of vergoeden dus trek ik Wim zijn reserveschoenen aan en loop in een moordtempo maar weer omhoog. Het toekomstige bivak blijkt al in trek; ik tref weer Nederlanders aan die komen kijken. Fabrizio heeft inmiddels hard gewerkt met zijn twee jonge werknemers. Hij legt me uit dat hij aan de telefoon bedoelde dat er voor óns even niks te doen was; het neerzetten van de bekisting is een precies werkje dat hij zelf moet doen. Dat begrijp ik. Ik probeer duidelijk te maken dat we willen assisteren waar mogelijk, maar dat als we niks kunnen doen we heel graag het bouwproces willen documenteren en van dichtbij meemaken. Het fundament wordt vanwege onverplaatsbare stenen groter dan gedacht, en de bekisting moet helemaal pas worden gemaakt op de overblijvende stenen. Fabrizio werkt heel precies dus dit gaat nog wel even duren. Hij belooft me te bellen als hij kan zeggen wanneer het beton gestort gaat worden. We kunnen eventueel mee met de heli zodat we er een snelle actie van kunnen maken.

Mijn vrouw en dochters komen naar ons toe in Bionaz dus in de week die volgt gaan we regelmatig, lopend uiteraard, terug naar de Praz de Dieu. Wim en ik komen bijna elke dag boven om te kijken maar jammer genoeg had Fabrizio (aannemers blijven aannemers..) ook een andere klus in het dal dus wordt er deze week jammer genoeg nog geen beton gestort, iets waar wij ons echt op verheugd hadden.

Eenmaal terug in Nederland blijkt dat Fabrizio verwacht begin september pas het beton te kunnen storten. Het plaatsen van de houten opbouw gaat dan naar verwachting de twee laatste weken van september plaatsvinden. Het plannen van het bouwproces blijkt dus grilliger dan gehoopt, en dat is voor ons wat lastig vanwege de afstand en de wens om erbij te zijn maar als ik ook maar enigszins kans zie om in de auto te stappen zal ik het niet nalaten. We zijn al zo lang bezig met dit Bivacco , die paar weken wachten kunnen we ook nog wel. En mijn oorspronkelijke wens van jaren geleden om nou eens van dichtbij te zien hoe hutten bouwen in de Alpen in zijn werk gaat wordt in elk geval vervuld: het gaat met horten en stoten, soms gaan de dingen heel snel en soms wat langzaam en het gaat nooit zoals je van te voren denkt dat het zal gaan.

Ik wil iedereen die we deze zomer hebben ontmoet en die ons heeft gesteund, op deze plaats heel hartelijk danken voor hun bijdrage in arbeid, steun en enthousiasme. Ik vond het daardoor een inspirerende tijd.

Blijf de site in de gaten houden voor nieuws, foto’s en verhalen. Vanaf oktober zou dat moeten kunnen…is voorlopig de planning. Dus, ‘arrivederci’ in het nieuwe bivacco!

Wordt vervolgd…

Jacco Stuitje